donderdag 26 november 2020

Tel je zegeningen

 Ken je het lied 'Tel je zegeningen, tel ze één voor één?" Als je hem kent denk ik dat je nu gelijk in je hoofd dit lied zingt,  in ieder geval het begin ervan. :)

Zo begint het lied ook en zo werkt het ook! Je zegeningen tellen….. Ik hoor zoveel ellende om mij heen. Covid-19 heeft zoveel leed gebracht. Vooral de maatregelen die genomen zijn treft ons allemaal diep.

Mensen zijn vereenzaamd, missen hun dierbaren, hun sociale ontmoetingen en bovenal hunkeren de meesten naar lichamelijk contact. Ook ik heb een gierende 'huidhonger'. Wat moet ik nou met zo'n lied? Wat kun jij met zo'n lied?

 

Zegeningen, ze zijn er echt. Iedere dag opnieuw!

Ben je vandaag wakker geworden? Dat is al de eerste zegening. Onze dagen zijn niet vanzelfsprekend en vanzelfsprekend is niet iedere dag het summum van zegening. Toch is het feit dat je wakker bent geworden een zegening. God heeft er een bedoeling mee…..

Ooit zag ik een video waar alle dagelijkse zegeningen op een overtroffen manier, maar toch zo treffend werd uitgebeeld. Alles wat deze man ontving aan zegeningen zat ingepakt in mooie cadeau papier:

Wakker wordend in zijn bed, een partner naast hem, de beweegbaarheid van zijn lichaam om uit bed te kunnen stappen, het warme kleed op de vloer, de kast vol met kleding. De kraan en douche met koud én warm stromend water. (we staan er vaak niet bij stil, maar alleen al stromend (drink)water is absoluut niet vanzelfsprekend in grote delen van de wereld.)

Een keuken met accessoires om eten te kunnen bereiden en kasten vol met voedsel. Zelfs een koelkast/vrieskast. Ik zie nog even al die uitgehongerde kinderen voor mijn ogen die met hun oedeembuikjes ons aankijken. Voor veel mensen in Nederland is er voedsel beschikbaar, zijn er (helaas) voedselbanken (nodig).

Een dak boven ons hoofd, verwarmd nog wel. Voedsel, kleding en onderdak. De meest noodzakelijke dingen zijn er voor ons.

 

Vervolgens kunnen we naar buiten gaan, ook al zijn er nu voorwaarden aan verbonden. We hoeven niet bang te zijn dat we neergeschoten worden, gevangen genomen worden. Er gaan geen luchtalarmen af waardoor we moeten maken dat we in onze schuilkelders komen, waar we soms langdurig moeten vertoeven.

Er is geld voor ons beschikbaar: we hebben werk, wat een zegen! We hebben geen werk en krijgen toch een inkomen waardoor we niet hoeven te verhongeren. Zelfs voor hen die op straat leven, zijn er nog voorzieningen. Terwijl ik dit zo schrijf, besef ik eens te meer dat zoveel niet vanzelfsprekend is!

 

Met dit korte stukje, hoop ik, dat je het principe hebt begrepen. Er is zóveel om dankbaar voor te zijn. Ondanks alle tegenstand en belemmeringen, zijn er nog steeds niet vanzelfsprekende zegeningen. Als we het maar willen zien.

Ik ben zo dankbaar. Ik voél mij niet alleen gezegend, ik wéét dat ik een uitermate gezegend mens ben. Ik heb een Vader die voor mij zorgt. Hij houdt zoveel van mij, Hij zorgt voor mij en is met mij begaan. Ik ga Hem aan het hart. Jaloersmakend!

Dit heeft Hij ook voor jou! Jij bent Zijn oogappel en Hij kan Zijn ogen niet van je afhouden. Ja, van jou!

Niet te bevatten zeg je? Nee, dat klopt. Het ís ook niet te bevatten, maar Zijn hart klopt voor jou en voor jou… en voor jou. Zelfs voor mij!

    

Tel uw zegeningen een voor een,

tel ze alle en vergeet er geen,

tel ze alle, noem ze een voor een

en ge ziet Gods liefde dan door alles heen.

 

Als op ’s levenszee,

de stormwind om u loeit,

als ge tevergeefs,

uw arme hart vermoeit.

Tel uw zegeningen,

tel ze een voor een

en ge zegt verwonderd,

Hij liet nooit alleen.

 

Tel uw zegeningen een voor een,

tel ze alle en vergeet er geen,

tel ze alle, noem ze een voor een

en ge ziet Gods liefde dan door alles heen.

 

Zo in alle moeiten,

zorgen zonder tal,

wees toch nooit ontmoedigd,

God is overal.

Tel uw zegeningen,

eng’len luist’ren toe,

troost en hulp schenkt Hij u,

volg dan blij te moe.

 

Tel uw zegeningen een voor een,

tel ze alle en vergeet er geen,

tel ze alle, noem ze een voor een

en ge ziet Gods liefde dan door alles heen.


 

zondag 4 augustus 2013

Nooit meer tranen en nooit meer pijn



Vandaag is de verjaardag van mijn vader. Een feestelijke dag zou je zeggen, maar niet als je vader overleden is. Het is inmiddels ruim 18 jaar geleden dat hij ons ontvallen is en je zou denken dat je er dan wel aan gewend bent, maar het gemis is ineens sterker dan ooit te voren. Mogelijk heeft het er mee te maken dat mijn moeder ook onlangs is overleden. Niet alleen mijn moeder is gestorven, maar binnen een half jaar hebben we drie dierbaren verloren: moeder, schoonmoeder en haar moeder (oma dus).

Wat is God genadig dat Hij geeft waar wij om vragen als het is naar Zijn wil. Tijdens het stil gebed voor de dienst vroeg ik Hem of ik iets van Zijn aanwezigheid mocht ervaren. Ik wéét dat Hij dichtbij is, maar het lijkt vaak op het tegendeel. 
Het was een mooie dienst, met krachtige woorden en zulke toepasselijke liederen. Ook mochten we het avondmaal vieren. Tijdens het (open) gebed op het eind van de dienst hoor ik opeens Zijn stem die tot mij zegt ‘Ik zal je nooit begeven of verlaten’ vervolgens begin ik helemaal te trillen en kan ik mij niet stil houden. Mijn gebed klinkt hardop en de woorden rollen automatisch uit mijn mond, niet te stuiten……..

Daarna zingen we opwekking 706:

Zie hoe Jezus lijdt voor mij,
aan het kruis de dood nabij.
Die voor mij het oordeel draagt,
Hij die tot zonde wordt gemaakt.
Wat een offer - Hij voor mij!
Wie wil worden zoals Hij?
Zoveel pijn, ongerechtigheid,
is op Hem die voor mij strijdt.

Zie hoe Jezus biddend strijdt,
met de pijn, verlatenheid.
Zo alleen, verwond, roept Hij:
Mijn God, waarom verlaat U Mij?
Zie wat Jezus heeft gedaan,
in Zijn lijden heeft doorstaan.
Zoveel liefde verwondert mij,
niemand heeft zo lief als Hij.

Als de Heer Zijn leven geeft,
vlucht de dag, de aarde beeft.
Zelfs de dood verliest haar macht
als Jezus roept: Het is volbracht!
Waarlijk, Hij is Zoon van God,
die voor ons gekruisigd wordt.
Door Zijn wonden genezen wij,
in Zijn dood maakt Hij ons vrij.

Heel de schepping slaakt een zucht,
zij ontwaakt, het duister vlucht.
Jezus leeft, is opgestaan,
Hij roept ons uit de dood vandaan.
Juicht want Hij, mijn Here leeft,
Hij die overwonnen heeft.
Nooit meer tranen, en nooit meer pijn.
Nooit van God verlaten zijn.

Juicht wat Hij, mijn Here leeft,
Hij die ons de toekomst geeft.
Nooit meer tranen, en nooit meer pijn.
Nooit van God verlaten zijn.

Wat een troost en bemoediging. Alleen Hij kan ons dat geven. Samen met Hem zullen we van de fijne dingen genieten en de moeilijkheden doorstaan. Hij is onze Gids en onze Reisgezel op ons levenspad en Hij toont ons prachtige dingen, een geweldig uitzicht, fijne rustplekken als we moe zijn, beschutting als we dat nodig hebben en Hij tilt ons op als wij niet verder kunnen gaan. Zo is mijn God en Vader en Hij wil ook jouw God en Vader zijn. Durf je met Hem de reis aan?


dinsdag 23 juli 2013

zo veilig, als een kind bij Vader op schoot

in onze gemeente zijn de laatste paar weken een paar prachtige meisjes geboren, waarvan mijn kleindochter er een is.
Zondag zat ik schuin achter zo’n kleine baby, dat heerlijk lag te slapen in haar maxi cosi. Een wolk van een baby, gekleed in een schattig koraalrood jurkje. Haar donkere haartjes en zwoel huidje vielen daardoor erg op, evenals haar mollige blote beentjes. Een tevreden klein meisje. Ik zat er met vertedering naar te kijken. Een baby, nog helemaal blanco. Zo blanco zijn ook wij voor onze Vader.

Op een gegeven moment was het kleine meisje wat minder tevreden en haar vader die naast haar zat, pakte haar uit de maxi cosi en hield haar dicht tegen zich aan.
Juist op dat moment gingen we zingen ‘ik wil heel dicht bij U zijn. Als een kind bij de Vader op schoot. Ik wil heel dicht bij U zijn. Dat is de plek waar ik hoor.
Til mij op, neem mij in Uw armen. Til mij op, houd mij dicht tegen U aan….’
De tranen stroomden over mijn wangen. Hoe treffend was het tafereeltje was zich daar voor mijn ogen afspeelde. Draag mij door het diepe water, waar ik zelf niet meer kan staan. In Uw armen ben ik veilig, wanneer U mij draagt als ik niet verder kan gaan…… (Opwekking 581)
Deze expressie, deze ervaring en uiting van Zijn liefde hebben we nodig!

Ik ben veilig bij U, beschut onder Uw vleugels. Ik ben veilig bij U. U antwoord als ik roep, ik ben veilig bij U, veilig bij U als ik woon in de schuilplaats van de Allerhoogste. (Opwekking 756) 's Ochtends werd ik wakker met dit lied. Zo wil God onze Vader zijn. Hij luistert als wij roepen, Hij neemt ons in Zijn armen wanneer wij dat nodig hebben en Hij koestert ons aan Zijn hart. Daar zijn wij veilig, daar horen wij Zijn warme hartklop. Zo draagt Hij ons als wij het moeilijk hebben, maar ook als we gewoon graag bij Hem willen zijn. Wij zijn veilig bij Hem, geborgen in Zijn liefdevolle omarming.

zaterdag 22 december 2012

Muren van mijn hart

Als mijn hart niet ontwaakt
uit de nacht van verdriet;
en de zon niet meer schijnt
ik het daglicht niet zie;
Als het donker in mij blijft
en mijn hart schreeuwt om recht
om wat mij verwondde; ik verlies dit gevecht.

Als ik levenslang vecht,
met de last die ik draag;
in de greep van de angst
mezelf bitter afvraag
hoe ik verder moet leven
met mijn schaamte en schuld,
Ziet u mij dan Vader;
Kom mij toch te hulp!

Heer, U kent mijn verlangen
om in vrijheid te leven;
Niet gevangen tussen muren
die mijn bange hart omgeven.
Uw waarheid bevrijdt;
uw liefde geneest,
Heel mijn hart door de heilige Geest.


Wat mijn hart ook bezwaart,
welke pijn ik nog voel;
door de kracht van het kruis
heeft zelfs lijden een doel.
Kom ik eindelijk thuis
want bij U wil ik zijn,
Die stierf voor mijn zonde,
maar ook voor mijn pijn.



Gezongen door Sela.
Muziek: Adrian Roest Tekst: Hans Maat

Er zijn liederen die je kent, maar opeens is het net of die tekst speciaal voor jou wordt gezongen. De woorden lijken jouw gevoel uit te spreken. Lijken……maar je zou willen dat het jouw gevoel wás, want het lijkt of je gevoel helemaal afgestompt is. Je hart is zo bezwaart, de pijn zo hevig dat emoties en gevoel verdoofd zijn.

Zo verging het mij met dit lied. Midden in de storm van mijn leven, waarbij het leek of de bodem onder mijn bestaan was weggehaald en alles uitzichtloos leek, mijn hart niet meer zou ontwaken en ik dat het liefst ook niet meer wilde, bracht dit lied iets in mij teweeg.
Kleine vastgeroeste snaartjes in mijn hart, begonnen te trillen. Een melodie kwam er nog niet uit. Dat kon ook niet, daarvoor moesten de snaren eerst gestemd worden. Kleine trillingen waren genoeg voor dit moment. De snaren zouden anders gemakkelijk breken.

Muren van mijn hart waren rondom mij opgetrokken. Het leven was te wreed geweest en langzaamaan werden de stenen opgestapeld, steeds hoger en hoger, tot ze boven mij uitkwamen. Daar achter die muur was het veilig, het voelde tenminste voor een moment even veilig. Soms was het nodig om even over de muur heen te kijken, om toch tot de ontdekking te komen dat het daarachter echt niet veilig was.
Het was er ook eenzaam en afgesloten van de buitenwereld. Het beschermde mij weliswaar voor de boze buitenwereld, maar dusdanig dat er ook niemand in kon komen. Niemand….. zelfs niet Iemand.

Op een gegeven moment werden er in gebed woorden tegen een ander persoon gesproken, maar ze spraken ook tot mij: “je hoeft de muren niet af te breken. Laat Jezus bij jou komen achter die muren. Hij wil er voor je zijn. Hij wil je vasthouden, je troosten. Het is veilig bij Hem.”
Kon ik Jezus binnen laten? Durfde ik dat wel? Ik kon daar niet gelijk antwoord op geven. Zelfs Jezus leek niet veilig op dat moment. Mijn verstand zei dat Hij te vertrouwen is, dat Hij eerlijk en oprecht van mij houdt met een liefde zo diep en intens, zoals dat bij geen mens te vinden is.

Het was voor mij een bewuste keuze om Hem te vragen bij mij achter die muren te komen. Hij mag mij vasthouden, Hij is de enige die de tranen van mijn wangen mag vegen. Hij mag ze zelfs weg kussen, zo dichtbij wil ik Hem laten komen. Ik hoef het niet alleen te dragen. Jezus heeft alle pijn, schaamte en schuld al voor mij gedragen. Dat was genoeg voor mij en voor iedereen.

Ik vertrouw Hem en weet mij in Zijn armen veilig geborgen. Hij respecteert mijn muren en gaat niet over mijn grenzen heen. Hij wacht net zo lang tot het veilig genoeg voor mij is om samen met Hem achter die muur vandaan te komen en een andere weg te zoeken. Hij weet het wanneer ik een muur nodig heb. Hij alleen is mijn fundament en mijn rots. Op Hem kan ik (mijn muren) bouwen.